7 vragen aan Carmen van Geffen

Op dinsdag 21 februari verscheen Erfstuk van Carmen van Geffen, een roman over (de)kolonisatie binnen een familie, het intergenerationele trauma, schaamte, verlies en verraad. We stelden haar 7 vragen over haar inspiratie, haar familiegeschiedenis en de brieven en documenten van haar overgrootvader.

1. Hoe voelt het dat jouw persoonlijke verhaal, opgetekend in het boek, nu door het grote publiek gelezen wordt?

Ik heb Erfstuk vrijwel vanaf het begin geschreven met het idee om gelezen te worden, dus dat dit nu ook gebeurt is heel fijn. Het is niet volledig mijn persoonlijke verhaal maar vooral het verhaal van mijn grootvader, zijn ouders, zijn vrouwen en dochters. Het personage van de kleindochter Ana is slechts voor een deel op mezelf gebaseerd.
Het idee dat lezers hiermee een inkijk krijgen in de geschiedenis van mijn familie was natuurlijk wel iets waarbij ik heb stilgestaan. Maar ik vond het belangrijk om een nieuw en ander deel van het koloniale verleden te belichten alsook de gevolgen voor de volgende generaties in een familie aan te raken. Het was een bewuste keuze om het verhaal in romanvorm te vertellen. Enerzijds omdat ik zaken die ik niet in de brieven en documenten uit mijn grootvaders verleden kon terugvinden wilde aanvullen met verbeelding en research, anderzijds denk ik dat fictie dichter en makkelijker bij de waarheid kan komen.

2. Zijn er auteurs die jou geïnspireerd hebben om schrijver te worden? En zo ja: welke?

Zeker, ik heb altijd heel veel gelezen, van jongs af. Schrijvers als Marquez, Flaubert, Dostojewski, Tolstoj maar ook Irving, Boelgakov, Tartt en Yanagihara. Ik hou van verhalenvertellers, schrijvers die je op reis nemen in het ritme van hun taal, hun zinnen, hun stijl. Ik las ook veel Nederlandstalige literatuur en mijn favoriete auteurs zijn Harry Mulisch, Connie Palmen, Jan Siebelink, Adriaan van Dis, Anna Enquist. Het zijn deze schrijvers die mij echt hebben geïnspireerd bij het schrijven.

3. Wat was je reactie toen je de brieven en documenten van je overgrootvader en -moeder voor het eerst las? 

Dat was een shock. Er was veel dat ik niet wist en de paar dingen die ik wist bleken maar halve waarheden te zijn. Er is veel verzwegen in onze familie, daarin zijn wij waarschijnlijk geen uitzondering, maar dat er zoveel pijn en verdriet zat, geworteld in beslissingen die werden ingegeven door de koloniale wetten en mores, wist ik niet. Pas na een tijd begon ik in te zien hoe deze gebeurtenissen invloed hebben gehad op de generaties nadien. En ook dat was een eye-opener.

4. Wat deed je besluiten om de brieven en documenten te verwerken in een boek? 

Door het feit dat ik versteld stond van die ontdekkingen begreep ik al snel dat dit een verhaal was om verteld te worden, omdat wat toen is gebeurd doorwerkt tot op de dag van vandaag. Ik wilde dit vertellen omdat ik denk dat er veel families zijn die soortgelijke dingen hebben meegemaakt en nog meemaken. Het is geen zwart/wit verhaal. Sterker nog, het verleden van mijn familie bevindt zich zowel aan de witte als aan de donkere kant, bij de bezetter en de onderdrukte. Het boek zegt veel over de mentaliteit van die tijd, de manier van denken, relaties en verhoudingen die volledig uit balans waren. Ik wilde laten zien wat er kan gebeuren als gevoelens en herinneringen, te pijnlijk om te kunnen verdragen, diep worden weggestopt. We kunnen niet doen alsof dit geen invloed zou hebben op het heden.

5. In het boek schrijf je over jouw familiegeschiedenis. Wat voor invloed had het schrijfproces op jou persoonlijk? 

Het was een intens proces. Door me te verdiepen in de brieven en documenten kwam ik ineens heel dicht bij mijn voorouders te staan. Hun foto’s hebben mij het hele schrijfproces vergezeld op mijn schrijftafel. Ik leerde hen kennen én door de intensieve research leerde ik ook de tijd kennen waarin zij leefden; de problematische episodes uit het Nederlandse koloniale verleden waarin die levensbepalende beslissingen in mijn familie waren genomen. Maar Erfstuk vertelt niet alleen over het koloniale verleden, ook over de decennia daarna, wat de gevolgen waren voor de volgende generaties. Ik wilde geen koloniale roman schrijven maar een roman over intergenerationeel trauma, over hoe angst en ontheemdheid in ons DNA sluipt.

6. Wat hoop je dat lezers uit het boek halen? 

Nuance. Dat niets eenzijdig is, dat er geen één waarheid bestaat. Erfstuk is caleidoscopisch opgebouwd, dat wil zeggen dat ik doorheen het verhaal van de kleindochter en de grootvader personages uit het verleden van mijn grootvader aan het woord laat. Zij belichten telkens een klein aspect van zijn leven, op verschillende momenten. Als lezer bouw je zo een beeld op van Anton, dat meer context geeft over zijn keuzes en motivatie en zicht op de gevolgen daarvan. Anton is doorheen het verhaal het ‘afwezige’ hoofdpersonage, hijzelf komt nooit rechtstreeks aan het woord.

Daarnaast wil ik met het boek laten zien dat begrip en kennis over je verleden een gids kan zijn in het heden.

7. De vraag der vragen: kunnen we een tweede boek van jouw hand verwachten?

Ha, jawel! Ik heb onlangs bij Thomas Rap getekend voor mijn tweede boek. Het zal zich afspelen in de 19de eeuw in Antwerpen tijdens een epidemie. Ik ben al een paar maanden met de research bezig: lezen, opzoekwerk, archieven bezoeken….

Qua thema wordt een ander boek dan Erfstuk maar opnieuw baseer ik me op ware gebeurtenissen en personages van toen. En opnieuw wordt het een roman waarin ik feiten vermeng met fictie.

Erfstuk van Carmen van Geffen is nu overal verkrijgbaar als paperback, e-book en audiobook. Bestel Erfstuk via onze webshop.