Introductie: Irwan Droog
Het eiland ligt zo’n veertig kilometer uit de Noorse kust. Als de poolcirkel een echte lijn door het landschap trok, zou ik die verderop in zee zien liggen. Het afgelopen halfjaar woonde ik hier, was ik een van de tientallen eilandbewoners. Ik zag het noorderlicht en de middernachtzon, ik zag de trekvogels komen, broeden en gaan, ik zag de lammetjes hun eerste stappen zetten. Ik sprak met de vissers, met de reizende pastor, met de man die het eidereendendons raapt en de vrouw die er dekens van maakt.
Er is één winkel, en elke dag gaat er een boot naar de omringende eilanden en het vasteland – tenminste, als het niet te hard waait. Het leven is er overzichtelijk, zeker vergeleken met het leven in Amsterdam. Je hoort er alleen de zee, de wind, de vogels – geen verkeer, geen stadse ruis, geen mensen. Mijn telefoon stond standaard op stil: elk geluid dat ik zelf maakte voelde als een verstoring van het idyllische plaatje.
Maar de eilandbewoners maken zich zorgen: er wonen geen kinderen meer, de school is al jaren dicht. De huizen staan leeg, de visserij krimpt, de oude ambachten verdwijnen. De talloze onbewoonde eilanden in de buurt, soms nog met verlaten, vervallen huizen erop, zijn een naargeestig toekomstbeeld: zo willen ze hier niet eindigen.
De schoonheid van het eiland, laat staan van het noorderlicht, is moeilijk onder woorden te brengen. Toch doe ik een poging in Het huis aan het einde – ondersteund door foto’s die ik maakte van de omgeving. Het is een portret van een adembenemend maar leeglopend eiland en zijn bewoners, en een verslag van een halfjaar wonen in de poolcirkel.
Irwan Droog (Den Haag, 1984) studeerde literatuurwetenschap en werkt als redacteur, vormgever en vertaler. Hij is medeoprichter van de J.M.A. Biesheuvelprijs en publiceerde onder meer in literair tijdschrift Tirade. Het afgelopen jaar deed hij iets waar de meeste mensen alleen maar van dromen: hij verliet de drukte van de Nederlandse stad om samen met zijn vriendin en hond op een minuscuul, afgelegen eilandje in Noorwegen te gaan wonen.
Begin volgend jaar verschijnt zijn debuut bij Thomas Rap.